Wat?
Deze techniek is ontstaan vanuit de vaststelling dat technici en uitvinders zich sterk identificeren met het onderwerp van hun aandacht. Een mecanicien ‘luistert’ naar eens moter alsof die hem iets wil zeggen. Een kapitein vindt het normaal zijn schip vrouwelijke kenmerken toe te schrijven en erover te praten alsof zij een eigen wil heeft. En spreek (schreeuw) je ook zelf niet tegen je computer als deze jou op een lastig moment ‘in de steek laat’?
De persoonlijke analogie doet een sterk beroep op je inlevingsvermogen en verbeelding, maar in een voorwerp van de probleemcontext. Niet simpel dus, maar daarom juist uitdagen en inspirerend.
Hoe werkt de techniek?
Je selecteert een cruciaal voorwerp uit de probleemcontext en vraagt je vervolgens af: ‘ Hoe zou ik mij voelen als ik dit voorwerp was in die specifieke situatie?’. Je tracht dit gevoel van identificatie zo intens mogelijk te beleven. De mate van inleving zal maken of deze techniek vruchtbaar voor je is. Vertrekkend vanuit dat gevoel stel je je nu de volgende vraag: ‘Wat zou ik nu doen (als ik dit voorwerp ben, met dat gevoel in die situatie)? Welke actie zou ik inzetten?’. Probeer dus in deze fantasiesituatie te bedenken hoe het voorwerp zou reageren als het een levend wezen was. Daarna ga je vanuit die acties resocieren naar de startformulering. Welke nieuwe ideeën komen je voor de geest?
Stappen bij de persoonlijke analogie:
- Starformulering
- Eerste ronde
- Selecteer een cruciaal voorwerp uit de probleemcontext
- 'Hoe zou ik mij voelen als ik dit voorwerp was in die specifieke situatie?’
- ‘Hoe zou ik reageren vanuit dit gevoel?’
- ‘Welke actie zou ik ondernemen?’
- Resocieer